Een berichtje sturen, het nieuws lezen of een YouTube-filmpje kijken. Elke keer als je dat doet, vraag je data op. Al die informatie staat opgeslagen in een datacenter. Zonder datacenters geen internet.
Datacenters zijn grote gebouwen met veel krachtige computers (servers) en opslagapparatuur. Omdat deze veel hitte produceren, staan er ook veel airco’s en ventilatoren. Verder bestaan ze uit stroomvoorzieningen en dataverbindingen naar de buitenwereld. Ze hebben geen ramen. Dat zorgt ervoor dat de temperatuur niet te hoog wordt. Hierdoor is er minder gevaar voor brand.
Het datacenter en jij
Datacenters verwerken en bewaren grote hoeveelheden informatie. Altijd als je gebruikt maakt van internet ben je verbonden met een datacenter. Thuis, op het werk of onderweg. Alle apps en online diensten die je gebruikt, bevatten gegevens die daar zijn opgeslagen. Denk bijvoorbeeld aan socialmediaplatforms zoals Facebook en LinkedIn. Online winkels zoals Bol.com en Amazon. En streamingdiensten zoals Netflix en Spotify. Als je cloudopslagdiensten gebruikt, bijvoorbeeld Google Drive, iCloud of OneDrive, dan sla je jouw bestanden op in een datacenter. Doe je online aankopen? Dan gaan de transactiegegevens daar ook heen. Hetzelfde gebeurt met gegevens die slimme apparaten verzamelen. Je slimme thermostaat verzendt bijvoorbeeld jouw energieverbruik naar een datacenter.
Bedrijven zijn ook grootgebruikers van datacenters. Ze slaan er enorm veel van hun gegevens op. Zoals financiële data en gegevens over klanten en medewerkers.
De locatie
Datacenters moeten dichtbij belangrijke internetknooppunten liggen. Ook moeten zij een betrouwbare stroomvoorziening hebben. Omdat ze veel stroom gebruiken. De plek moet veilig zijn tegen externe bedreigingen. Denk aan natuurrampen, inbraken of zelfs aanslagen.
Steeds meer datacenters
Bedrijven, overheden en andere organisaties verzamelen én produceren steeds meer gegevens. Het aantal apparaten dat verbonden is met internet groeit snel. Van slimme thuis apparaten als een deurbel met camera tot industriële machines. Al deze apparaten creëren enorme hoeveelheden gegevens. Ook de vraag naar data neemt nog steeds toe. En die gegevens willen we ook steeds sneller hebben. Een goed voorbeeld is Uber. Je ziet meteen welke taxi’s in jouw buurt zijn. Ook bedrijven maken steeds meer gebruik van software en rekenkracht in datacenters. Ze hoeven dan zelf geen software of zware computers te kopen. Maar gebruiken deze gewoon via hun internetverbinding op afstand. In Nederland staan nu ongeveer tweehonderd datacenters. Dit zijn onder andere hele grote van bedrijven, zoals Meta, Microsoft en Google. Zij voorzien niet alleen Nederland van data maar de hele wereld.
Goed beveiligd
Datacenters bezitten vaak waardevolle informatie. Dat maakt ze een aantrekkelijk doelwit voor kwaadwillenden. Alle computers en opslagsystemen zijn extreem goed beschermd tegen hackers. De systemen van bedrijven in een datacenter moeten altijd beschikbaar zijn. Daarom zijn deze goed beveiligd met beveiligingscamera’s en toegangscontrolesystemen.
Organisaties, en dus ook datacenters, moeten aan wetten en regels voldoen om de gegevens van hun klanten te beschermen. In Europa geldt bijvoorbeeld de privacywet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). In de Verenigde Staten is de Health Insurance Portability and Accountability Act (HIPAA) van kracht. Bij overtredingen kunnen hoge boetes volgen.
Datacenters en duurzaamheid
Datacentra verbruiken veel stroom om hun apparatuur te laten draaien en te koelen. Daarom proberen datacenters steeds efficiënter om te gaan met energie. Ze maken hiervoor gebruik van nieuwe technologieën. Bijvoorbeeld met efficiënte koelsystemen en automatisering van energiebeheer. Ook proberen ze gebruikte energie een tweede leven te geven. Met de warmte die vrijkomt bij het koelen van servers kunnen datacenters bijvoorbeeld kassen, zwembaden en huizen verwarmen.