De robot wordt een vertrouwde hulp in de logistiek. Zeker bij de verwerking van orders in het magazijn krijgt deze tool een sleutelrol. De flexibele robots die autonoom hun werk kunnen doen zijn in opkomst. Ze zijn in staat om in ruimtes te opereren waar ook mensen zijn. Vaak werken ze met mensen samen of nemen een deel van hun taken over.
Maar de robotisering van het magazijn is geen ‘one size fits all’. Legio verbeteringen zijn mogelijk maar het hangt heel erg van de situatie af wat wel of wat niet goed werkt. Toepassing van deze techniek vergt doorgaans behoorlijke investeringen in tijd en geld die niet in een handomdraai zijn terug te verdienen.
Robots in het magazijn
Een van de voorlopers op dit gebied is CEVA Logistics, een full-service transport- en logistiek bedrijf met vrachtbeheer en logistieke activiteiten verspreid over ruim duizend locaties in 160 landen. Plan is om voor KPN in Den Haag een geavanceerd magazijn te bouwen dat van de laatste logistieke innovaties is voorzien. Voor de mobiele industrie moet dit smart warehouse een van de meest moderne ter wereld worden. Frank Engel, vice president IT en Innovatie bij CEVA Logistics in de Benelux, ziet de robotisering een belangrijke plaats in de bevoorradingsketen (supply chain) krijgen. “Robots en automatisering, twee thema’s die in elkaar overlopen, staan hoog op de innovatieagenda. Daarvoor zijn drie belangrijke redenen. Het succes van logistieke bedrijven hangt sterk af van de efficiency die ze weten te bereiken. De noodzaak om kosten te drukken is alom aanwezig.
Veranderende arbeidsmarkt
Een andere reden voor robotisering is de arbeidsmarkt. Bij tekorten aan personeel neemt de druk toe om taken gedeeltelijk door robots te laten overnemen. Ook wil niet iedereen meer ’s avonds, ’s nachts en op zondag werken, terwijl soms wel op maandagochtend moet worden afgeleverd. De Generatie Z bestaande uit jongeren die vanaf de eeuwwisseling zijn geboren, heeft ook een andere arbeidsethos. Zwaar fysiek werk komt minder in trek. CEVA bereidt zich nu al voor op de veranderende arbeidsmarkt in 2025-2030. Maar minstens zo belangrijk is de veranderende klantwens. Naarmate de rol van de voorraadhoudende tussenhandel afneemt, volumes toenemen en de gemiddelde ordergrootte afneemt, wordt de logistiek complexer. Personalisatie maakt het allemaal nog ingewikkelder. Het is bijvoorbeeld veel lastiger om een smartphone in de juiste combinatie met een bepaald accessoire en een simkaart naar de eindklant te verschepen dan een hele pallet telefoons naar een groothandel te sturen. Ook bedenken marketeers soms bijzondere verpakkingen of cadeau-acties die de logistiek aanzienlijk bemoeilijken.
Robots in het magazijn
“Logistiek is een breed thema”, benadrukt Engel. De robots hebben de grootste impact op de verwerking van orders, het traject vanaf het moment dat een bestelling wordt geplaatst tot aan de aflevering bij de klant. Welke robots voor ‘pick and pack’ geschikt zijn, hangt sterk af van het profiel van de order: het aantal artikelen, de variatie in de samenstelling en het volume van de artikelen. “Het maakt veel uit of je bijvoorbeeld honderd identieke schoenendozen naar één klant moet sturen of tien verschillende soorten dozen moet samenvoegen en die naar tien verschillende klanten moet verschepen. Vierkante doosjes zijn weer makkelijker te verzenden dan verpakkingen met rare vormen. Kleine reserve-onderdelen vereisen een andere aanpak dan een grondboor. In het ene geval biedt een robot veel toegevoegde waarde, in het andere geval totaal niet.” CEVA probeert daarom zoveel mogelijk oplossingen te verkennen en toe te passen. Daarbij hanteert het bedrijf de filosofie dat per klant telkens de juiste oplossing wordt gezocht. Dit, in tegenstelling tot veel andere bedrijven die een bepaald type oplossing bieden en vervolgens de klanten zoeken die daar naar op zoek zijn.
Flexibele robots
De afgelopen vijf jaar lieten de opkomst zien van flexibele robots. “Voorheen had je alleen vaste systemen, bijvoorbeeld een lift die door stellingen heen raasde en daar artikelen afhaalde. Daar kon geen mens tussen zitten. Ook aan de capaciteit zat je vast. Deze rigide oplossingen maken nu plaats voor schaalbare systemen, robots die tot interactie met mensen in staat zijn en geen gevaar voor hen vormen. Dit type robot is ook in hoge mate uitwisselbaar met de mens. Vroeger was er een min of meer vaste verhouding tussen het aantal robots en mensen, nu kunnen gemakkelijk bij grote drukte extra robots worden bijgeplaatst”, aldus Engel. Hij onderscheidt ook een variant tussen geautomatiseerde systemen en robots: het automatisch geleide voertuig (AGV). Voorbeeld is de zelfrijdende pallettruck die pallets vanuit een palletlocatie naar het laadperron brengt. Zo’n voertuig houdt rekening met de mensen op de werkvloer. Dit AGV is geen echte robot, omdat hij minder intelligent is. Hij kan alleen van punt naar punt rijden, telkens hetzelfde parcours. Het ontbreekt hem aan autonomie. Voor de werking is hij afhankelijk van een van tevoren ingesteld programma. De AGV volgt bepaalde markeringen of draden in de vloer. Er zijn bovendien steeds meer types die een camera of laser (lidar) gebruiken.
Vast stramien
Nog minder flexibel is het geautomatiseerde opslag- en ophaalsysteem (AS/RS). Dat kan alleen een vast stramien volgen. Een vorm hiervan is de Shuttle die op een baan tussen een stellingstructuur rijdt en goederen naar een magazijnmedewerker brengt. De derde variant is de robot die echt met mensen kan samenwerken en autonoom taken kan vervullen. CEVA past in Venray ook drones toe, vliegende en autonome robots die voorraden tellen en kijken of pallets op de juiste locaties liggen. Momenteel kunnen die nog niet opereren waar mensen bij zijn, maar dat gaat veranderen.
Leerproces
CEVA wil vooral robots toepassen die met mensen kunnen samenwerken. Op bepaalde gebieden lukt dit al. Er bestaan veel taken die robots beter afgaan dan mensen. Maar het kost robots ook tijd om bepaald werk te leren. Engel maakt een vergelijking met het leerproces van een kind. Een peuter kan in een paar jaar veel leren. Een robot heeft vaak meer tijd nodig. Het verschil is dat als een bepaald type robot eenmaal een kunstje onder de knie heeft dit leereffect gemakkelijk reproduceerbaar is naar andere robots. Ook duurt het enige tijd voordat mens en robot goed op elkaar zijn ingespeeld. De werknemers moeten deze hulpjes ook accepteren en vertrouwen in hen krijgen. Soms zijn er weerstanden. De nieuwe manier van werken vereist veranderingen in de bedrijfscultuur. Robotisering betekent ook een behoorlijke investering. De business case blijf lastig. Veel investeringen zitten net tegen de rentabiliteitsdrempel aan en leveren niet meteen een positief financieel resultaat op. Er zitten ook veel haken en ogen aan. Neem bijvoorbeeld een zelfrijdende pallettruck. Die rijdt 4 à 6 km per uur. Dat is veel langzamer dan een voertuig met chauffeur. Die andere ‘weggebruiker’ ziet de AGV als storend en gaat dan inhalen. Dat kan tot gevaarlijke situaties leiden.
‘5G gaat inzet robots stimuleren’
“CEVA maakt zelf geen robots, maar zorgt voor een optimale aansturing. We werken daarvoor samen met een groot aantal robotfabrikanten. Probleem is dat de logistiek zich moeilijk leent tot proof-of- concepts. Laboratoriumopstellingen zijn echter niet gewenst, daarvoor zijn de investeringen te hoog. Vooral de integratie met andere systemen kan lastig zijn. Zomaar wat experimenteren omdat de techniek voorhanden is, is er niet bij. De business case moet wel sluitend zijn”, aldus Engel.
KPN is niet alleen klant van CEVA, maar ook leverancier van diensten zoals de connectiviteit. Diederik Chevalier, client manager transport en logistiek bij KPN, verwacht veel van 5G. Terecht, denkt ook Engel: “Veel typen robots zijn afhankelijk van netwerken. Vertragingen in reactiesnelheid kunnen hun werking belemmeren. Bij de komende generatie mobiele netwerken zal de ‘latency’ aanzienlijk omlaag gaan, wat de inzet van robots enorm zal stimuleren.”