Sociale en andere zorgrobots worden al een aantal jaar ingezet. Maar de impact kan nog veel groter worden wanneer er echt opgeschaald gaat worden, stellen Maartje Claassen, directeur Sara Robotics, en KPN IoT-consultant Titia Houwing. En nee, dat is niet preken voor eigen parochie. “Nu wordt te vaak alleen naar het financiële plaatje gekeken. Maar de toegevoegde waarde van zorgrobots ligt in het ontlasten van zorgmedewerkers en het bieden van meer aandacht aan cliënten.”
Sara Robotics begon vijf jaar geleden als een subsidieproject gebaseerd op het idee dat mensen in de zorg heel goed weten wat ze nodig hebben, vertelt Maartje Claassen. Sociale robots bij zorgorganisaties werden nog te vaak vooral gebruikt als promotie, niet in de praktijk. Medewerkers besteedden vaak meer tijd aan het bedienen van de robot dan aan de cliënt. Dat wilde het team van Claassen veranderen. Twee instellingen voor langdurige zorg durfden de proef op de som nemen. “Ons eerste doel was de aanpak van piekbelasting in de ochtend en de avond, wanneer iedereen tegelijk geholpen moet worden en er weinig vrijwilligers of mantelzorgers zijn”, vertelt Claassen. “Het gebrek aan aandacht vergroot de gedragsproblematiek en daarmee de werkdruk.”
Opschalen blijft lastig
Claassen weet uit eigen ervaring hoe moeilijk opschalen is. “Als ik onszelf als voorbeeld neem: we hebben vier jaar ontwikkeld met die twee zorginstellingen (inmiddels wordt er met 18 instellingen samengewerkt, MK). Nu kunnen we eigenlijk pas spreken van een business case. We kunnen inmiddels zeggen dat een zorgrobot, mits goed ingezet, echt een grote bijdrage kan leveren aan het werk van de zorgprofessional.”
Een voorbeeld: als een verpleegkundige bij meneer A een medische handeling verricht en mevrouw B begint te roepen, waar meneer C weer op reageert, dan kan een zorgrobot zich nu met mevrouw B bezighouden, zodat meneer C rustig blijft. Voorheen moest je als zorgprofessional op twee plekken tegelijk zijn, met alle stress en onrust van dien.
Een zorgrobot kan bovendien persoonsgerichte zorg bieden. Cliënten hebben net als iedereen een trigger nodig om geboeid te blijven. Een zorgrobot kan met interactie die trigger bieden, toegespitst op de behoefte van elke afzonderlijke cliënt. Claassen: “Niet iedereen heeft dezelfde prikkels nodig, of evenveel. Je moet weten waar een cliënt gelukkig van wordt, of juist onrustig. Een medewerker heeft wel die kennis, maar vaak niet meer de tijd.”
Altijd werken
Natuurlijk is ook belangrijk dat een robot het altijd doet, weet Claassen. Veel netwerken zijn daar onvoldoende voor geschikt (zie ook kader rechts). Zeker in de uithoeken en ‘dode’ hoekjes is het bereik vaak slecht en stopt een zorgrobot met werken. “KPN IoT helpt ons door ervoor te zorgen dat de robots gebruikmaken van een mobiel netwerk dat overal bereik heeft. Dat klinkt als iets kleins, maar als een robot uitvalt, dan beperkt dat de adoptie, hoe succesvol je ook verder bent.”
Die adoptie wordt echter ook vaak beperkt door de focus op financiële aspecten van een innovatie zoals zorgrobots, stelt Titia Houweling van KPN IoT :“De toegevoegde waarde van een zorgrobot gaat over ondersteuning van zorgmedewerkers, meer doen met minder zorgpersoneel. Het gaat erom dat zorgmedewerkers worden ontlast, zodat ze niet door te hoge werkdruk uitvallen, weer plezier in hun werk krijgen en meer cliënten kunnen helpen in hun schaarse tijd.”
Het belang van adoptie is echter groot, merkt Houweling op. “Als zorgmedewerkers niet overtuigd zijn van het nut van een robot, als die meer werk lijkt te kosten dan op te leveren, te complex in het gebruik is, dan blijft die robot onderbenut, en daarmee de echte waarde die een robot als Sara kan toevoegen. Daarom helpen we zorginstellingen om voldoende aandacht te besteden aan adoptie.”
Aandacht besteden
Aandacht besteden heeft Sara Robotics onder meer gedaan met één van de VVT-partners, zegt Claassen: "We meten de impact van onze zorgrobot. Daarin nemen we ook slaapgegevens van cliënten mee: als zij overdag op de juiste wijze geprikkeld worden, slapen ze ’s avonds dan ook beter? Hetzelfde geldt voor –voor zover mogelijk – wat cliënten zelf vinden de inzet van een robot en de observaties van zorgmedewerkers.”
Door het bundelen van eigen data, die van innovaties zoals bedsensors en kwalitatieve gegevens, ontstond een vrij duidelijk beeld van de impact van een zorgrobot op de zorgmedewerkers en de cliënten – hoewel Claassen wil benadrukken dat een succesvolle innovatie nooit op zichzelf staat, maar altijd onderdeel is van een bredere beweging. “Zo is er in de ochtend een medewerker minder nodig, en blijken veel cliënten in de ochtend positiever op zorg te reageren als er eerst een interactie met Sara is geweest”, licht Claassen toe. “Sara houdt ook cliënten in de groep bezig, zodat zorgmedewerkers een voor een de andere cliënten uit bed kunnen halen. Verder bouwen we per cliënt een profiel op, om zo op maat de juiste interactie en prikkels te kunnen geven. De medewerker hoeft daar zelf niets voor te doen.”
Meer volwassen fase
Momenteel rijden er in totaal zo’n 30 Sara’s rond, en dat zal het komende jaar naar 40-50 stijgen. Kleine aantallen nog, maar Claassen ziet wel degelijk dat zorgrobots zoals Sara her en der al in een meer volwassen fase zitten. “Het gaat erom dat je mét zorgmedewerkers en andere specialisten duidelijk krijgt wat een zorginstelling nodig heeft in een zorgrobot, dat dit doorontwikkeld wordt, en dat de inzet van een robot verankerd wordt in de zorgprocessen. In deze fase staan we nu bij een groeiend aantal zorginstellingen.”
Het is ook belangrijk dat een zorgaanbieder klaar is voor het gebruik van zorgrobots. Als op dat gebied alle seinen op rood staan, is het beter om nog even te wachten, onderstreept Claassen. “En de focus ligt bij Sara echt op de aanpak van gedragsproblematiek zoals ik eerder heb geschetst. Daar kan een zorgrobot denk ik de meeste toegevoegde waarde voor een instelling en diens medewerkers bieden.”
Uphill battle
“Natuurlijk zal het een ‘uphill battle’ zijn, meent Houweling. Innovaties zoals een zorgrobot zijn meer dan een showcase, de waarde ligt echt in het gebruik in de zorginstelling. Je kunt er langdurig mee experimenteren, maar dan krijg je nooit dezelfde impact op je zorgprocessen als in de praktijk. Stap over de drempel en benut de zorgrobot. Daar hoop en verwacht ik dat de komende jaren echte stappen gemaakt worden.”
Maartje wijst in dit kader op de rollator, waarvan het lang duurde voordat hij als normaal geaccepteerd werd. “Tegenwoordig denkt men niet meer aan de inzet van extra medewerkers om een cliënt mobieler te maken, dan wordt er meteen een rollator bij gezet. “Op een gegeven moment moet het zo zijn dat als een lijnmanager een nieuwe vacature heeft, dat de HR-afdeling standaard meekijkt om te bepalen of een zorgrobot toegevoegde waarde heeft bij gedragsproblematiek. In plaats van dat er geprobeerd wordt om een functie in te vullen waarvoor geen mensen meer zijn.”
Als KPN Health ontwikkelen we integrale oplossingen specifiek voor de zorg, sámen met organisaties in dezorg. Als onderdeel van KPN – het netwerk van Nederland – hebben we bovendien anderhalve eeuw ervaring met maatschappijkritische infrastructuren. Wij zorgen ervoor dat bewezen technologie breed beschikbaar, operationeel én eenvoudig toepasbaar is in de dagelijkse zorgpraktijk.
KPN Health is lid van de ICT&health Innovation Partner Group.
Bron: ICT&health